De BTW-correctie voor het privégebruik van een auto van de zaak wordt vaak gebaseerd op 2,7% (of 1,5%) van de cataloguswaarde van de auto.
Hoofdregel
Dat is niet de hoofdregel. Die luidt dat de BTW-correctie moet worden gebaseerd op de daadwerkelijk in een kalenderjaar voor privédoeleinden gereden kilometers en de daadwerkelijk in het kalenderjaar afgetrokken BTW. We merken daarbij op dat voor de BTW de in het kader van regelmatig woon-werkverkeer gereden kilometers kwalificeren als privékilometers (voor de loon- en inkomstenbelasting zijn deze kilometers aangemerkt als zakelijk).
Omdat het bijhouden van het daadwerkelijke privégebruik van de auto administratief nogal bewerkelijk is, heeft de Staatssecretaris van Financiën goedgekeurd dat de BTW-correctie wordt gesteld op 2,7% van de cataloguswaarde van de auto. Wanneer bij de aanschaf van de auto geen BTW is afgetrokken of na het jaar van aanschaf 4 volle kalenderjaren zijn verstreken, bedraagt de BTW-correctie op basis van de goedkeuring 1,5% van de cataloguswaarde.
Bewijs
Rechtbank Gelderland heeft in augustus, met verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad uit 2017, beslist dat een achteraf opgestelde (in)schatting van de met auto’s gereden kilometers niet voldoende bewijs is van de daadwerkelijk gereden kilometers. In de onderbouwing is alleen het woon-werkverkeer van de ondernemer als privégebruik meegeteld, terwijl uit de kilometeroverzichten ook andere privéritten bleken. Daarnaast heeft de ondernemer het privégebruik deels geschat op basis van gemiddeld verbruik en gemiddelde brandstofprijzen.
De Rechtbank beslist tevens dat wanneer de ondernemer niet met voldoende betrouwbaar bewijs komt, ook de Belastingdienst zich mag baseren op de hiervoor genoemde 2,7% (of 1,5%). De Rechtbank geeft aan dat dit forfait, bij gebreke van door de ondernemer overlegde concrete gegevens geacht wordt een redelijke schatting te zijn van de uitgaven voor het privégebruik.
Boete niet gematigd
De Belastingdienst heeft over de BTW-correctie een verzuimboete opgelegd omdat de BTW over het privégebruik te laat is betaald. De ondernemer stelt dat de boete vanwege financiële omstandigheden moet worden gematigd. De algemene stelling dat door de coronacrisis sprake is geweest van een omzetdaling vindt de Rechtbank daarvoor niet voldoende onderbouwing, mede omdat de omzetten inmiddels weer zijn gestegen en de boete relatief beperkt in omvang is (het ging om een boete van € 413).