Betalingsuitstel bij (dreigend) faillissement

Gepubliceerd op: 29 december 2020

Er van uitgaande dat we in 2021 ons uit de coronacrisis kunnen worstelen, zullen veel ondernemers moeten bekijken hoe ze hun bedrijf met de beschikbare liquiditeiten overeind houden.

Belastinguitstel

Daarbij ligt de focus allereerst vaak op de mogelijkheden voor (bijzonder) uitstel van belastingen. Naar de situatie van dit moment kan dit uitstel lopen tot de met 31 maart 2021.

De opgebouwde schulden moeten met ingang van juli 2021 tenminste in 36 maandelijks gelijke termijnen aan de Belastingdienst worden afgelost. Als dreigt dat dit niet zal lukken, kunnen met de Belastingdienst nadere afspraken worden gemaakt.

Lees alles over het bijzonder uitstel van betaling van belastingen in onze factsheet.

Betalingsuitstel bij (dreigend) faillissement)

De Tijdelijke wet COVIC-19 SZW en JenV creëert de mogelijkheid om aan de rechtbank te vragen een verzoek tot faillietverklaring aan te houden. Dit is mogelijk voor een termijn van maximaal 2 maanden. Deze termijn kan tweemaal worden verlengd, met telkens 2 maanden.

Gedurende deze perioden hoeft de schuldenaar niet op de schulden te betalen. De schuldenaar kan de rechtbank bovendien vragen om te bepalen dat de schuldeiser geen acties kan ondernemen om de inning van de schulden veilig te stellen (zoals verhaal op goederen die behoren tot het vermogen van de schuldenaar).

De verzoeker moet wel aannemelijk maken dat hij door de uitbraak van het coronavirus zijn onderneming tijdelijk niet heeft kunnen voortzetten en daardoor zijn schulden tijdelijk niet kan betalen. Hier is in elk geval aan voldaan indien de ondernemer informatie aanreikt waar uit blijkt dat hij:

  • vóór de uitbraak van het coronavirus genoeg liquide middelen had om alle schulden te voldoen, en
  • sinds de uitbraak sprake is van een omzetverlies van tenminste 20%.

Daarnaast is van belang dat er het vooruitzicht is dat de schulden na het betalingsuitstel kunnen worden betaald. Bovendien mogen schuldenaar en schuldeiser niet wezenlijk en onredelijk in hun belangen worden geschaad.

WHOA

Op 1 januari 2021 treedt de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) in werking. Ondernemers, die niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, kunnen een akkoord sluiten met hun schuldeisers. Dat is niet nieuw.

Een dergelijk akkoord kan op grond van de WHOA worden gehomologeerd door de rechtbank. Dat heeft tot gevolg dat alle schuldeisers aan het akkoord zijn gebonden; ook de schuldeisers die niet akkoord zijn gegaan.

Daarnaast biedt de WHOA mogelijkheden om overeenkomsten, waarvan de verplichtingen zwaar op de onderneming drukken, aan te passen of te beëindigen.

Andere artikelen

FASTER

De Europese Raad heeft de FASTER-richtlijn aangenomen. Helaas moeten we tot 2028 wachten voordat we er profijt van hebben.

Villataks

De Rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat de “Villataks” niet in strijd is met het EVRM.