Ondernemers mogen (moeten) de BTW aftrekken die ze betalen op investeringen en kosten. Maar alleen indien en voor zover de inkopen worden gebruikt voor met BTW belaste prestaties. En ze moeten dan wel aan een aantal strikte formele voorwaarden voldoen.
Factuur
De wellicht meest bekende formele voorwaarde aan aftrek van BTW is dat de ondernemer moet beschikken over een kwalificerende factuur; in de volksmond ook wel de “BTW-factuur” genoemd. Je vindt de eisen waar een BTW-factuur aan moet voldoen in onze notitie De factuur in de BTW.
In deze notitie wordt onder andere beschreven dat een vereenvoudigde factuur volstaat wanneer:
- het factuurbedrag niet hoger is dan € 100, en;
- geen sprake is van grensoverschrijdende afstandsverkopen of intracommunautaire leveringen waarop het 0%-tarief is toegepast.
Op een vereenvoudigde factuur hoeft slechts een beperkt aantal gegevens te worden vermeld. Een eenvoudige kassabon kwalificeert vaak al als een vereenvoudigde BTW-factuur.
Afnemer
De ondernemer die aftrek van BTW claimt moet ook bewijzen dat de op een (vereenvoudigde) BTW-factuur vermelde prestaties aan hem zijn verricht; dat hij de afnemer van die prestaties is. De tenaamstelling van de factuur is daarvoor een belangrijke indicatie.
Bij een vereenvoudigde BTW-factuur ontbreekt meestal de tenaamstelling, waardoor op een andere manier moet worden aangetoond dat de prestaties door de ondernemer zijn afgenomen. Dat bewijs kan onder andere vaak worden geleverd doordat de kosten zijn betaald van een bankrekening van de onderneming.
Geen kassabonnetjes
In een zaak bij Rechtbank Den Haag speelt de situatie van een exploitant van een Italiaans restaurant. Die stelt dat de Belastingdienst bij correcties van de BTW-aangiften naar aanleiding van een boekenonderzoek te weinig BTW-aftrek in aanmerking neemt.
De Rechtbank concludeert echter dat dit terecht is. De ondernemer stelt dat veel kassabonnetjes door de Belastingdienst buiten beschouwing zijn gelaten. Die kassabonnetjes kunnen weliswaar kwalificeren als een vereenvoudigde BTW-factuur, maar dan moeten ze wel daadwerkelijk in de administratie aanwezig zijn.
De Belastingdienst weigert terecht de aftrek van de BTW op de kassabonnetjes, die de ondernemer niet kon overleggen.