Belastingherziening

Gepubliceerd op: 19 juni 2015

20150619_belastingherziening2016_VWGNijhof

In de pers is al uitgebreid geschreven over de maatregelen die het Kabinet voornemens is te nemen in het kader van de al aangekondigde belastingherziening. Op vrijdag 19 juni 2015 heeft Staatssecretaris van Financiën Wiebes de Tweede Kamer met een brief op hoofdlijnen geïnformeerd over de maatregelen die genomen zouden kunnen worden. De maatregelen waarvoor, zo blijkt uit een inventarisatie door het Kabinet, waarschijnlijk een werkbare meerderheid in de Eerste en Tweede Kamer gevonden zal kunnen worden.

Een belangrijke doelstelling van de belastingherziening is om de lasten op arbeid (fors) te verlagen. Daartoe wordt een aantal maatregelen genomen in de sfeer van de tarieven en heffingskortingen. Die maatregelen moeten er toe leiden dat de door een huishouden verschuldigde inkomstenbelasting daalt gemiddeld met zo’n € 800 per jaar (afhankelijk van de uiteindelijk geëffectueerde maatregelen mogelijk oplopend tot € 2.000).

De vermogensrendementsheffing (box 3) wordt hervormd omdat vooral de heffing over een forfaitair rendement van 4% op spaarrekeningen, waarop meestal een veel lagere rente wordt ontvangen, als onrechtvaardig wordt ervaren. Belasting heffen over het daadwerkelijk genoten rendement kan niet op korte termijn worden gerealiseerd. Daarom komt het Kabinet met een systeem waarin het rendement periodiek per vermogenstitel wordt vastgesteld op basis van de in de markt daadwerkelijk gerealiseerde rendementen. Ofwel: voor de belastingheffing op spaarrekeningen wordt een ander fictief rendement vastgesteld dan voor het rendement op een effectenportefeuille of een belegging in onroerend goed. Het tarief in box 3 wijzigt niet: 30%.

Veel aandacht is er in de pers al geweest voor de uniformering van het BTW-tarief. Die maatregel houdt in dat alle prestaties die op dit moment onder het verlaagde BTW-tarief (6%) vallen, naar het normale tarief (21%) verhuizen. Alleen voedingsmiddelen blijven onder het verlaagde tarief (inclusief voedingsmiddelen die in de horeca worden verstrekt).
De opbrengst van deze BTW-maatregel wordt overigens wel volledig teruggesluisd.

De maatregelen rond de belastingheffing over auto’s staan in een afzonderlijke brief van Wiebes, de “Autobrief II”. Dat stuk is nog niet aan de Kamer gestuurd, maar in een persbericht is wel al wat over de maatregelen naar buiten gebracht. Naast maatregelen in de BPM en MRB, worden de bijtellingen in de loon- en inkomstenbelasting beperkt tot 4% voor de volledig elektrische auto’s en 22% voor alle andere auto’s. Hoe het overgangsrecht gaat luiden, vermeldt het persbericht niet.

Andere artikelen