Past u nog het ‘oude’ systeem van vrije vergoedingen en verstrekkingen toe, dan kunt u onder bepaalde voorwaarden onbelast fitness vergoeden of verstrekken aan uw personeel. Vanaf 1 januari 2015 bent u echter verplicht om de werkkostenregeling toe te passen en gelden er andere voorwaarden voor het onbelast vergoeden of verstrekken van fitness.
Fitness op de werkplek (bedrijfsfitness)
Voor de verstrekking van fitness op de werkplek (bedrijfsfitness) geldt onder de werkkostenregeling een nihilwaardering. Dit betekent dat uw personeel onbelast gebruik kan maken van fitnessmogelijkheden op de werkplek. De werkplek is de plek, in ruime zin, waar werknemers werken en waarvoor de werkgever de verantwoordelijkheid draagt in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet.
Omdat een vergoeding voor fitness op de werkplek minder goed denkbaar is, heeft de wetgever hiervoor geen vrijstelling willen opnemen. Een vergoeding voor fitness op de werkplek is dan ook belast, tenzij u er voor kiest om deze in de vrije ruimte onder te brengen.
Fitness buiten de werkplek
Fitness buiten de werkplek is belast voor zover het niet-werkgerelateerde fitness (zie hierna) betreft. Voor fitness buiten de werkplek kan wel gebruik gemaakt worden van de vrije ruimte.
Werkgerelateerde fitness
Er is sprake van werkgerelateerde fitness indien u risico’s ziet voor de gezondheid van uw werknemers en u deze risico’s met een gericht fitnessprogramma in uw Arbobeleidsplan wilt wegnemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan fitness voor het onderhouden van fitheid die voor de uitoefening van de werkzaamheden van uw personeel vereist is. Werkplekgerelateerde fitness is gericht vrijgesteld. Dit betekent dat uw personeel onbelast gebruik kan maken van deze fitness maar dat u ook onbelast een vergoeding hiervoor kunt geven.
Voor de vrijstelling maakt het niet uit of de werkplekgerelateerde fitness op de werkplek of buiten de werkplek plaatsvindt. In beide gevallen is de fitness onbelast.