Artiestenregeling geldt ook voor amateurartiest

Gepubliceerd op: 17 augustus 2016

Artiestenregeling

In onze factsheet “U huurt een artiest of beroepssporter in” zetten wij uiteen hoe de artiestenregeling werkt. Basis van de regeling is een fictieve dienstbetrekking tussen de artiest en de persoon of instantie in opdracht van wie wordt opgetreden. Op grond daarvan moet de opdrachtgever loonheffingen inhouden op de aan de artiest uitbetaalde gage.

Dat de artiestenregeling niet bij iedereen bekend is, blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Gelderland. Aanleiding voor deze zaak is een door de Belastingdienst bij een stichting ingesteld boekenonderzoek. De berekende belasting en premies zijn fors!

Naheffing op basis van artiestenregeling

Deze zaak betrof een stichting die haar doelstelling realiseert door het organiseren van evenementen op het gebied van muziek, dans en kleinkunst. In het kader van de uitvoeringen die tijdens deze evenementen plaatsvinden, verricht de stichting betalingen aan personen, zonder daarvoor een loonadministratie te voeren. De Belastingdienst legt aan de stichting naheffingsaanslagen op, met toepassing van de artiestenregeling.

Daarbij worden de loonheffingen berekend met toepassing van het gebruteerde anoniementarief (108%) en worden de belasting en premies verhoogd met vergrijpboetes (van 25% van de nageheven belasting) en heffingsrente. Over de jaren 2008 tot en met 2010 is in totaal door de stichting aan de artiesten uitbetaald € 6.400. De totale naheffing bedraagt voor deze jaren maar liefst € 11.488!

Artiest

In haar verweer tegen de naheffingsaanslagen stelt de stichting onder andere dat de persoon aan wie de betalingen zijn gedaan geen artiest in de zin van de artiestenregeling is. Deze cabaretier is slechts als vrijwilliger op verzoek van de stichting bereid om de uitvoeringen te verzorgen. De Rechtbank beslist dat de artiestenregeling geen onderscheid maakt tussen beroepsmatig optredende artiesten en amateurs.

Vrijwilligersregeling

Daar de uitbetaalde vergoedingen meer bedragen dan € 1.500 kan de vrijwilligersregeling niet worden toegepast. De stichting maakt ook niet aannemelijk dat aan de cabaretiers uitsluitend kostenvergoedingen zijn uitbetaald, die in het kader van de artiestenregeling buiten de heffing blijven. Volgens de Rechtbank wijst de omvang van de betaalde vergoedingen eerder op het tegendeel.

Modelovereenkomst

De hoogte van de nageheven bedragen had wellicht kunnen worden beperkt. Zo had brutering kunnen worden voorkomen door de belasting te verhalen op de artiest. Wellicht heeft de artiest de ontvangen bedragen reeds als inkomen verwerkt in zijn aangiften inkomstenbelasting. De toepassing van het anoniementarief had kunnen worden voorkomen door correcte identificatie van de artiest.

Veel beter was het geweest om er voor de uitbetaling van de gage voor te zorgen dat die buiten de loonheffingen blijft. Dat kan door het sluiten van (of de verwijzing naar) de voor artiesten door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst. Uiteraard moet dan ook conform deze overeenkomst worden gewerkt. In de periode waarin de door de Rechtbank Gelderland berechte casus speelde (2008 tot en met 2011), werd niet gewerkt met deze goedgekeurde modelovereenkomsten, maar kon de artiest de Belastingdienst verzoeken om uitreiking van een Verklaring ArbeidsRelatie (VAR).

Andere artikelen