Addertje onder de schenkvrijstelling

Gepubliceerd op: 27 september 2014

Inmiddels is duidelijk dat de in het kader van de schenkbelasting sinds 1 oktober 2013 geldende vrijstelling voor schenkingen betreffende aanschaf, verbouwing of onderhoud van de eigen woning of betreffende de eigen woningschuld van de begiftigde (van maximaal € 100.000) met ingang van 1 januari 2015 vervalt (of zou de politiek ons tijdens de parlementaire behandeling van de belastingplannen nog verassen?).

Wie nog van de vrijstelling gebruik wil maken, moet dus snel handelen en daarbij goed letten op het spreekwoordelijke addertje in de voorwaarden van die vrijstelling. Aan de schenking moet namelijk verplicht de opschortende voorwaarde worden verbonden inhoudend dat het geschonken bedrag daadwerkelijk is besteed. Op grond van het civiele recht vindt een schenking pas plaats op het moment waarop de aan die schenking verbonden opschortende voorwaarde is vervuld. Als het bedrag van de schenking eerst ná 31 december 2014 definitief wordt aangewend, vindt de schenking plaats op een moment waarop de vrijstelling niet meer van toepassing is en kan de vrijstelling niet worden toegepast.

Als het gaat om de aanschaf van een eigen woning, moet die aanschaf vóór 1 januari 2015 definitief zijn afgerond. Hetzelfde geld voor een verbouwing of voor onderhoudswerkzaamheden, maar afhankelijk van wat is overeengekomen, kunnen die werkzaamheden ook gedeeltelijk zijn afgerond. De aflossing van de eigen woningschuld moet daadwerkelijk nog in 2014 hebben plaatsgevonden (vaak is daarvoor de medewerking van de geldverstrekker nodig en als dat een financiële instelling is, kost dat meestal enige tijd).

Wij sluiten niet uit dat Financiën tegen het eind van het lopende jaar nog met een kleine verlenging van de regeling komt voor situaties waarin de aanwending van de schenking onverhoopt toch net niet in 2014 kon plaatsvinden. Voor het geval die tegemoetkoming er niet komt, is het echter zaak om heel snel actie te ondernemen.

Andere artikelen