Absorptie van loon in de winst uit onderneming

Gepubliceerd op: 5 november 2018

ZZP-ers hebben er geregeld mee te maken. Hun inkomen wordt vaak belast als winst uit onderneming. Maar dan doet zich een klus voor waarbij de opdrachtgever er op staat om de inkomsten te verlonen.

Winst uit onderneming

De belastingdruk op winst uit onderneming is flink lager dan op loon uit dienstbetrekking. Op de winst wordt de MKB-winstvrijstelling (14%) in mindering gebracht. En ondernemers die in een kalenderjaar aantoonbaar 1.225 of meer uren aan hun onderneming besteden (urencriterium), hebben recht op de zelfstandigenaftrek (€ 7.280; voor AOW-ers: € 3.640). Voor starters wordt dit bedrag verhoogd met de startersaftrek (€ 2.123). En tot slot zijn de kosten die de ondernemer maakt in het kader van de onderneming aftrekbaar van de winst.

Wanneer de ZZP-er een klus in dienstbetrekking uitvoert, heeft hij voor die inkomsten geen recht op de MKB-winstvrijstelling. Bovendien tellen de aan die klus bestede uren niet mee voor het urencriterium, waardoor de zelfstandigenaftrek mogelijk niet kan worden geclaimd. Aftrek van verwervingskosten is bij loon uit dienstbetrekking niet mogelijk; die moeten door de werkgever worden verstrekt of vergoed.

Absorptie

Logische stelling van de ZZP-er is dan dat de in dienstbetrekking uitgevoerde klus onderdeel is van zijn of haar onderneming. Het loon wordt dan aangemerkt als winst uit onderneming en de gewerkte uren tellen mee voor het urencriterium. Dit wordt ook wel aangeduid als absorptie.

Absorptie is toegestaan wanneer aan twee voorwaarden is voldaan. De werkzaamheden in dienstbetrekking:

  1. staan in nauw verband met die in de onderneming en;
  2. nemen in het geheel van de ondernemingsactiviteiten een ondergeschikte plaats in.

Actrice

Aan de Rechtbank Noord-Holland is onlangs de vraag voorgelegd of het door een actrice genoten loon wordt geabsorbeerd door haar winst uit onderneming. Haar looninkomsten zijn echter niet ondergeschikt in het geheel van haar ondernemingsactiviteiten. Zij geniet 62,32% van haar inkomsten als loon.

De actrice claimt ook de zelfstandigenaftrek. Zij onderbouwt echter niet dat zij aan het urencriterium voldoet. De bewijslast daarvoor legt de rechtbank volledig bij haar.

Ook levert de actrice geen onderbouwing aan voor de door haar geclaimde kostenaftrek van € 17.033. Zij onderbouwt de aftrek met de stelling dat zij 24/7 actrice is. Dit oordeelt de rechtbank onvoldoende voor de aftrek van uitgaven, die voor een groot deel vooral een consumptief karakter hebben. Ook hier legt de rechtbank de bewijslast volledig bij de actrice.

Bij dezelfde rechtbank is ook uitspraak gedaan voor een saxofonist. Hij geniet de helft van zijn inkomsten als loon (als docent) en de andere helft als winst uit onderneming (saxofoonlessen als vrij beroepsbeoefenaar). Ook in die verhouding is geen sprake van de situatie waarin het looninkomen bijkomstig is aan de winst.

Andere artikelen