0%-tarief pas na bewerking

Gepubliceerd op: 6 oktober 2014

De levering van goederen, die in verband met die levering worden vervoerd van de ene naar de andere lidstaat, is onderworpen aan BTW tegen het 0%-tarief. Uiteraard moeten zowel de leverancier als de afnemer van de goederen BTW-ondernemer zijn en moet veel aandacht worden besteed aan het bewijs dat de goederen daadwerkelijk zijn vervoerd. Tegenover de levering tegen het 0%-tarief in de lidstaat waar de goederen vandaan komen, rust op de afnemer van de goederen de verplichting tot afdracht van BTW in de lidstaat waar de goederen aankomen. Dit is het systeem van intracommunautaire leveringen en verwervingen.

Het Europese Hof van Justitie heeft op 2 oktober 2014, in een situatie waarin goederen worden bewerkt, beslist dat voor de BTW de plaats van de levering is daar waar de goederen zich ná de bewerking bevinden. Daarbij moet worden gekeken naar wat partijen contractueel hebben afgesproken over (de status van) de te leveren goederen. Pas nadat de goederen de overeengekomen status hebben bereikt, worden ze aan de afnemer geleverd.

Dit arrest kan grote gevolgen hebben voor de (administratieve) afhandeling van transacties met goederen waarmee of waaraan in het verloop van het logistieke proces van de levering iets wordt gedaan. Als goederen bijvoorbeeld door een Nederlandse leverancier voorafgaand aan de aflevering bij de Duitse afnemer in Duitsland een bewerking ondergaan, kwalificeert de levering voor de BTW niet als een tegen 0% belaste intracommunautaire levering, maar als een met Duitse BTW te treffen (Duitse) binnenlandse levering. Het van Nederland naar Duitsland overbrengen van de goederen is een fictieve (intracommunautaire) levering.

(HvJ 2 oktober 2014, nr C446/13; “Fonderie”)

Andere artikelen